Exodus 32:24

SVToen zeide ik tot hen: Wie goud heeft, die rukke het af, en geve het mij; en ik wierp het in het vuur, en dit kalf is er uit gekomen.
WLCוָאֹמַ֤ר לָהֶם֙ לְמִ֣י זָהָ֔ב הִתְפָּרָ֖קוּ וַיִּתְּנוּ־לִ֑י וָאַשְׁלִכֵ֣הוּ בָאֵ֔שׁ וַיֵּצֵ֖א הָעֵ֥גֶל הַזֶּֽה׃
Trans.wā’ōmar lâem ləmî zâāḇ hiṯəpārāqû wayyitənû-lî wā’ašəliḵēhû ḇā’ēš wayyēṣē’ hā‘ēḡel hazzeh:

Algemeen

Zie ook: Goud, Kalf (gouden), afgod

Aantekeningen

Toen zeide ik tot hen: Wie goud heeft, die rukke het af, en geve het mij; en ik wierp het in het vuur, en dit kalf is er uit gekomen.


Vertaalnotities

Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
    Zie hier over het gebruik van de interlineair.

וָ

-

אֹמַ֤ר

Toen zeide ik

לָ

-

הֶם֙

-

לְ

-

מִ֣י

-

זָהָ֔ב

goud

הִתְפָּרָ֖קוּ

heeft, die rukke

וַ

-

יִּתְּנוּ־

het af, en geve

לִ֑י

-

וָ

-

אַשְׁלִכֵ֣הוּ

het mij; en ik wierp

בָ

-

אֵ֔שׁ

het in het vuur

וַ

-

יֵּצֵ֖א

is er uit gekomen

הָ

-

עֵ֥גֶל

en dit kalf

הַ

-

זֶּֽה

-


Toen zeide ik tot hen: Wie goud heeft, die rukke het af, en geve het mij; en ik wierp het in het vuur, en dit kalf is er uit gekomen.

____

Koop nu

Commentaar

Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!